'
Previous chapter

Omzendbrief Oktober 2017

„Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.“ (Hebreeën 13:8)

 

 

Hartelijke groeten aan alle Bijbel gelovigen in alle landen en talen in de kostbare en Heilige naam van onze Heere Jezus Christus met de Schrift van 1 Timotheüs 6:14-15:

“dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Heere Jezus Christus, welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Heere der Heren…’’

Dit is een van de belangrijkste Schriften kijkende naar het bevel door God gegeven vóór de wederkomst van Christus. Hier hebben we te maken met de vervulling van een goddelijke missie, tot de verschijning van onze Heere Jezus Christus, die uitgevoerd moet worden zonder verwijt en zonder enkele vorm van ongerechtigheid.

Er is geen roeping zonder een bevel en er is geen bevel zonder een roeping. Is het mogelijk een goddelijk bevel uit te voeren? Met Gods hulp is het zeker mogelijk. Over Noach staat er geschreven dat hij alles had uitgevoerd precies zoals God het hem had geboden te doen (Gen. 6:22). Ook Mozes en Aäron deden alles precies zoals het hen was geboden (Ex. 7:6, 10, 20). Elia kon zeggen : “HERE, God van Abraham, Isaak en Israël, heden moge bekend worden, dat Gij God zijt in Israël, en dat ik uw knecht ben, en op uw bevel al deze dingen doe.’’ (1 Kon. 18:36).

Johannes de Doper kon aangaande zijn dienst, Jesaja 40:3 aanhalen: “Ik ben de stem van een die roept in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren, gelijk de profeet Jesaja gesproken heeft.’’ (Johan. 1:23). De Heere Zelf zei dit over hem: “Deze is het, van wie geschreven staat (Mal. 3:1): Zie Ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg voor U heen bereiden zal.’’ (Matt. 11:10).

Wanneer de HERE Zelf specifieke bevelen geeft die gebonden zijn aan het Heilsplan, dan schenkt Hij ook genade en kracht zodat zij het precies uitvoeren.

Paulus betuigd: “Daarom…ben ik dat hemelse gezicht niet ongehoorzaam geweest … Als een getuige, die hulp van God heeft ontvangen tot op deze dag, sta ik dus hier voor klein en groot, zonder iets anders te zeggen dan wat de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zou…’’ (Handel. 26:19+22).

Het standpunt “zonder iets anders te zeggen’’ is erg belangrijk, want vanaf de eerste vers in het Nieuwe Testament gaat het over de vervulling van alle profetieën en beloftes uit het Oude Testament. Na zijn glorieuze opstanding heeft onze Heere het bevestigd: “Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden.’ (Lucas. 24:44).

Nu, in onze tijd, alles wat was voorspeld voor de periode vóór de wederkomst van Christus moet zich vervullen, inclusief de belofte die God gaf in Maleachi 4:4-6: “Zie, Ik zend u de profeet Elia…’’. Na de dienst van Johannes de Doper, bevestigde de Heere in Matthéüs 17:11 en Marcus 9:12 dat deze belofte nog vervuld moet worden: “Elia al wel komen en alles herstellen…’’. En dat is dus gebeurd door de unieke dienst van William Branham. Hij bracht de reine boodschap, die alleen gebaseerd was op de Bijbel, aan het volk van God, zoals het hem was verkondigd vanuit het bovennatuurlijke licht op 11 juni, 1933. Ook het bevel die de Heere hem gaf op 7 mei, 1946, namelijk om het evangelie te prediken aan de natiën terwijl hij was bekleed met de gave van de goddelijke genezing, was ook zo uitgevoerd.

Ook ik heb gedaan wat de Heere mij heeft bevolen om te doen wanneer hij mij tot zijn dienst had geroepen op 2 april, 1962.

Ik heb het Woord van God gepredikt (2 Tim. 4:1-5) en het geestelijke voedsel uitgedeeld (Matt. 24:45-47), zoals het mij was bevolen. In 1 Corinthiërs 4:1-2, schreef de Apostel Paulus, aangaande zijn zendingsbevel, dit: “Zo moet men ons beschouwen: dienaren van Christus, aan wie het beheer van de geheimenissen Gods is toevertrouwd. Voor zulke beheerders is dit tenslotte het vereiste: betrouwbaar te blijken.’ Dit is nu de tijd en periode vóór de wederkomst van Christus waarin het reine, volle en geopenbaarde Woord, de gehele raad Gods verkondigd wordt. In Efeziërs 5 gaf Paulus onderrichtingen voor het praktische leven van de verlosten en liet hij zien wat Christus’ verlossingswerk vervuld heeft in de gelovigen die iedere onderwijzing van het Woord accepteren: “Om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord…’’ (Efez. 5:26). Een bad in het Woord van God, zodat geen vlek of smet blijft, is net zo belangrijk als de volledige vergiffenis, verzoening en rechtvaardiging door het bloed van Christus (Rom. 5:9). De laatste dienst moet bestaan uit het evangelisch, leerstellige en het profetische deel. Het moet onbesmet zijn voor God zodat de Heere het volgende kan vervullen: “en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet.’’ (Efez. 5:27). Ja, het resultaat van het laatste Woordboodschap zal zijn dat de Bruidskerk een reine Woordbruid wordt zonder smet.

Allereerst, gaat het er om alle gelovigen uit alle religieuze verwarring te roepen. Het is een gebod van de HERE: “Daarom ga weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Heere, en houdt niet vast aan het onreine.’’ (2  Cor. 6:14-18). Daarna volgt de heiliging in het Woord der Waarheid (Johan. 17:17), waarvoor onze Heere heeft gebeden: Heilig hen in uw waarheid; uw woord is de waarheid.’’ Het bevel van de dag is de voorbereiding van de waarachtige gelovigen voor de opname en de wederkomst van Christus, welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen, en de Heere der Heren…’’ (1 Tim. 6:15). De tijd is naderbij!

“om uw harten te versterken, zodat zij onberispelijk zijn in heiligheid voor onze God en Vader bij de komst van onze Heere Jezus met al zijn heiligen.’’ (Thess. 3:13).   

Paulus schreef: “Maar wij behoren God te allen tijde om u te danken, door de Heere, geliefde broeders, dat God u als eerstellingen Zich verkoren heeft tot behoudenis, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid.’’ (2 Thess. 2:13). Amen.

Broeder Branham zei in zijn preek op 25 november, 1965: “Jullie zijn de reine, eerbare en zondeloze Bruid van de Zoon van de levende God. Iedere man of vrouw die geboren is uit de Geest van God, gewassen in het bloed van Jezus Christus en die ieder Woord van God gelooft, kan staan alsof hij nooit eerder heeft gezondigd. Je bent volmaakt door het bloed van Jezus Christus…’’ Amen.

Next chapter